Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Mefiboseth zeide tot den koning: Hij neme het ook gans weg, [58]naardien mijn heer de koning met vrede in zijn huis is gekomen. 58. Alsof hij zeide: Het is mij genoeg, dat het gemeen wel gaat. Aan mijn particulier is weinig gelegen; of, die schade zal ik door overdenking van het algemene welvaren geduldiglijk opnemen.